Taal 
Inloggen
De vijver, een druppelende kraan of een laagje water in de douche. Jouw kat lijkt overal te drinken, behalve uit zijn waterbak. Katten staan bekend als slechte drinkers. Niet gek, want van oorsprong zijn het woestijndieren. Ze hebben daarom een slecht ontwikkelde dorstreflex. Toch is het belangrijk dat je kat genoeg drinkt om gezond te blijven.
Lees hier meer over het drinkgedrag van katten.
Hoeveel moet mijn kat drinken?
Een richtlijn voor de hoeveelheid vocht die je kat per dag nodig heeft, is 50 milliliter per kilo lichaamsgewicht. Een gemiddelde huiskat van 4 kilo, moet dus zo’n 200 milliliter drinken. Voer je je kat brokken, dan krijgt hij via het voer ongeveer 5 milliliter vocht binnen. Dat betekent dat de rest van het vocht dus uit water moet komen.
Zoals gezegd hebben katten van nature een slechte dorstreflex. Ook drinken ze inefficiënt. Met elke beweging van de tong komen er slechts een paar druppels water hun bek binnen. Deze combinatie is de reden dat veel katten een vochttekort hebben.
Hoe weet je of jouw kat genoeg water binnenkrijgt?
Het antwoord vind je in de kattenbak. Gemiddeld plast een kat 2 tot 3 keer per dag. Bij klont vormend grit kun je ook letten op de afmetingen van de klont. Zijn die erg klein, dan drinkt je kat waarschijnlijk te weinig.
Het gevolg van structureel een te lage vochtopname, is dat de urine van je kat lang in de blaas zit en heel geconcentreerd raakt. Dit kan leiden tot blaasontstekingen en blaasgruis, ook wel bekend als struviet. Daarnaast liggen nierproblemen op de loer. Je kunt testen of je kat uitgedroogd is door het nekvel voorzichtig omhoog te trekken. Veert de huid niet binnen een seconde terug, dan heeft je kat een vochttekort. Neem in dat geval contact op met de dierenarts.
Hoewel katten van nature geen drinkers zijn, kun je hen wel stimuleren om meer te drinken.
Wij geven 5 tips:
- 1. Gebruik een bredere drinkbak
De meeste katten vinden het niet fijn als hun snorharen tegen de rand van de waterbak komen. Met een bredere drinkbak voorkom je dit. - 2. Verplaats de drinkbak
Staat bij jou het water voor je viervoeter naast het voer? Zet het dan eens op een andere plek. Het instinct van katten is namelijk om niet te drinken waar ze eten. - 3. Zet meerdere drinkbakken neer
Plaats op verschillende plekken in huis een bakje water. Als je kat ‘onderweg’ water tegenkomt, is de kans groter dat hij een slokje neemt. - 4. Voeg een smaak toe
Kook je kip of ander vlees voor jezelf? Gooi het kookwater dan niet weg, maar laat het afkoelen en bewaar het voor je kat. Grote kans dat dit in de smaak valt! - 5. Schaf een drinkfontein aan
Sommige katten voelen zich aangetrokken tot bewegend water. Probeer eens een automatische drinkfontein om jouw kat meer te laten drinken.
Eet jouw huistijger alleen brokken?
Houd dan in de gaten of hij voldoende drinkt. Meet het water af en kijk de volgende dag hoeveel er nog over is. Doe dit een paar dagen om een goed beeld te krijgen van het drinkgedrag. Het water vervangen voor kattenmelk? Dat is – ook al vind je kat het nog zo lekker – geen goed idee. Kattenmelk bevat veel calorieën, waardoor overgewicht op de loer ligt. Een scheutje in het water of als tussendoortje mag natuurlijk wel.
Om de urinewegen te ondersteunen, heeft Fokker de Steri-Fit. Deze brok helpt om de pH-waarde van de urine op orde te houden. Ook de Fokker +Fresh Meat en +Fresh Fish dragen bij aan een goede gezondheid van je kat.
Voor volwassen katten hebben we een uitgebreid assortiment met o.a. voer voor gesteriliseerde, gevoelige en kieskeurige katten.
